Absoluut, dat is een verwijzing naar Ivo Niehe. Niet flauw doen over hem, krijg maar eens een theater in Parijs vol. Zien we ondergetekende niet morgen al realiseren. Nu was dat het punt niet, natuurlijk. Het is een leuk zinnetje; iets is unaniem gewoon zo. En dat geldt ook voor onderstaand gesprek met NieuwRechts. Dat gaat over een heftig onderwerp maar bulkt toch van de nuance.
Sinds december 2019 mag Nederland genieten van het Europese ‘digital decade’. Dat is een idee van de huidige voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen uit de zomer van 2019. De EU moet aan de digitale paspoorten, handel in medische data moet worden vergemakkelijkt en met de ‘digital services act’ komt er een soort censuur op het internet. Normaal gesproken zou een lidstaat daar beleid over moeten maken. In de EU geldt het principe van subsidiariteit, je laat beslissingen door de laagst mogelijke bestuurslaag maken, zo dicht bij de mensen als het maar kan.
De EU maakt regels over handel. Als de binnengrenzen verdwijnen, zijn de landen aan de rand van het collectief automatisch het grensland met de rest van de wereld. Dat betekent dat je afspraken over handelstarieven centraal moet maken. Nederland kan een heffing invoeren op Amerikaanse sigaretten, bijvoorbeeld, waar Duitsland dat niet doet. De grens tussen Nederland en Duitsland staat open, dus een slimme handelaar verkoopt zijn Amerikaanse waar dan via Duitsland in Nederland in plaats van direct. Daarom moet het beleid rondom externe tarieven wel centraal gemaakt worden, maar alle ethische discussies horen plaats te vinden in het parlement van de lidstaat. De EU gaat over de interne markt, daarover heeft een nationaal parlement niks meer in de melk te brokkelen, maar daar blijft het bij.
Kort en goed heeft de EU het alleenrecht om te beslissen over een beperkte reeks onderwerpen. Gaat het niet over de interne markt, dan is het de zaak van de lidstaat. Onder Von der Leyen is er een nieuwe koers ingeslagen. Door steeds het commercieel aspect te benadrukken, kun je elke ethische discussie weghalen bij de lidstaat. Stel dat je spyware op de telefoon van een journalist wil doen om een misdrijf op te sporen. Je grijpt dan in in het leven van de journalist, iets waarvan je hoopt dat men er in een democratie goed over nadenkt. Is dat een zaak van de lidstaat, opsporing en politie, of moet de EU zich ermee bemoeien? Tegenwoordig noemt men een journalist een ‘aanbieder van audiovisuele diensten op de digitale interne markt’. Door de interactie tussen een journalist en zijn lezer te versmallen tot een platte commerciële transactie, kun je het onder het kopje ‘markt’ plaatsen en gaat de EU erover. Je kunt er dan niet langer een nationale discussie over voeren. Deze oprekking van subsidiariteit zien we ook bij het mogelijke einde van briefgeheim, digitale paspoorten en meer. In de EU heeft het parlement weinig macht, omdat het enkel beslissingen maakt over de interne markt. Het overhevelen van macht naar Brussel gaat niet gepaard met het versterken van het parlement. Daarom verdwijnt de parlementaire democratie langzaamaan uit de polder.
Tijdens de pandemie moest er op stel en sprong 800 miljard geleend worden. Raar verhaal, de ECB had kort daarvoor de rente verlaagd zodat lidstaten makkelijker geld konden lenen om bijvoorbeeld ziekenhuizen bij te staan. Anderhalf jaar na de start van de lockdown begon de EU zelf geld te lenen, dat sinds november 2024 ook echt Nederland bereikt. Dat zou nodig zijn om de economie te redden tijdens de acute nood van de pandemie. Dan is het wel bijzonder dat je wegens acute nood een vertraging inbouwt, maar vooruit.
Door de cultuur van paniek moest het allemaal maar. Zo onthoud je critici de mogelijkheid om zich uit te spreken, wat een gemiste kans is. Digitalisering kan veel moois brengen, maar zorg wel dat de burger inspraak heeft in het eigen leven. Als je ‘vanwege een pandemie’ allemaal grote stappen met haast zet, gooi je die mogelijkheid definitief weg. De Tweede Kamer wil geen digitaal paspoort, toch komt het middel er in het derde kwartaal van 2026: de kogel is door de kerk. Vervolgens zit je nog met de vraag hoe je de desbetreffende Europese schulden aflost. Die zijn volgens het geldende Europees verdrag verboden. Alleen was er een crisis, dus moest het recht wijken. Het aflossen vindt plaats tussen 2027 en 2057, hoe dat er precies uitziet is in 2025 nog niet duidelijk. Ook hier geldt het principe dat nood wet breekt. Wanneer is de noodtoestand voorbij en keert het democratische debat weer terug? Daar hadden we dus een zeer genuanceerd gesprek over (hieronder), daar is iedereen het unaniem over eens.
De impact van digitalisering op democratie is trouwens een belangrijk onderwerp in mijn laatste boek. Democratie op de helling koopt u hierrr, er is een e-book (digitaal, lekker handig) en een papieren boek. Wilt u mijn gegraaf mogelijk maken? Ga naar BackMe, of u koopt mijn andere boek, Het Euro Evangelie: Eventueel laat u uw waardering voor dit artikel merken via de knop hieronder. Of gewoon lekker niet. Veel kijkplezier!
Goed bezig Arno, gedeeld.